Franse Pyreneeën

10 januari 2017 - Toulouse, Frankrijk

Amsterdam – Toulouse
Net als altijd was ik ruim 2,5 uur van te voren op het vliegveld. Net als altijd is het stressen om de fiets in te pakken. Dit keer was het een schroef in het stuur dat niet los te krijgen was. Daardoor moest mijn hele wiel, inclusief voordrager en spatbord eraf. De vlucht zelf had 15 minuten vertraging, maar dat maakte verder niet uit. De vlucht zelf was zo voorbij en na 1,5 uur vliegen stond ik op de plaats van bestemming: Toulouse. Zo lang dat het uit elkaar halen was, was ook het in elkaar zetten. Want bijvoorbeeld het spatbord eraf halen had ik nooit eerder gedaan.Na bijna 2 uur rotzooien was ik klaar om te gaan. Mijn verdere doel? Een camping ten zuid oosten van de stad. Onderweg had ik meteen alles compleet: Een supermarkt, een snackbar en extra lucht voor de banden. Bij de camping aangekomen bleek het een soort van woonwagenkamp te zijn. Snel maar vertrokken en al richting het zuid westen gereden. Waar ik heb geslapen heb, was zoals verwacht in de bossen.

Toulouse – Mane
Met de vroegere tent was ik een uur bezig om in te pakken, de nieuwe tent koste mij een half uurtje. Ik was dus al vroeg weg en reed richtig rivier de Garonne. Na 12 km was het al raak: de eerste beelden van de Pyreneeën. Een heel dag heb ik tegen die bergen aangekeken met de wetenschap dat ik morgen de eerste serieuze col ga beklimmen. Het was wel wat bewolkt, soms een licht zonnetje maar de temperatuur was bijzonder aangenaam met zo’n 20 tot 25 graden. Een windje uit het zuiden verkoelde de lucht, want de toppen van de bergen lagen nog vol met sneeuw. Als het niet zo’n mooi weer is als vandaag, dan gaat het morgen adembenemend worden. Toch had ik een probleem gecreëerd: Winkels op zondag. Ik had te lang gewacht en toen ik eenmaal op zoek ging naar een supermarkt, waren alle supermarkten gesloten. In Boussens kreeg ik precies wat ik nodig had: Een klein stroompje water als zijnde waterval. Gelukkig kon ik daarmee eten maken met mij noodmaaltijd. Ik zat precies op de gewenste plek voor de overnachting. Vandaag dus een vlakke rit gehad en op een aantal kilometer voor de Col de Menté, Morgen heb ik ook nog eerst de tijd om lekker in te rijden.

Mane – Bagnéres du Luchon
Mijn nieuwe tent is een goede aankoop geweest. Het had vannacht geregend en alles was gewoon nog droog! Ik wist gisteren dat ik snel hoogtemeters moet gaan maken voordat de eerste col eraan komt. Ik was het dorp nog niet uit of de weg knalde de heuvel al op. Elke meter dat ik fietste kwam ik dichterbij de rand waar de bergen beginnen. Bij het dorpje Aspet had ik 2 Franse fietsers ontmoet. Samen met hen nog even een koffie gedronken op het pleintje  voordat ik de Col de Menté ging beklimmen. De 2 andere fietsers pakten de lagere col; Col des Ares. Ik ging dus voor het serieuze werk met een col van de eerste categorie. Zoals verwacht was het eerste deel erg makkelijk. Het weer paste zich aan aan de col: heel wisselvallig. Perioden met veel regen en af en toe een zonnetje tussendoor. De beklimming was dus net zo wisselvallig, hele steile stukken met bijna vlakke stukken. Toch had ik erg goed het ritme erin en na 1 uur en 20 minuten rijden was ik boven. De afdaling was riskant met een bescheiden 59,8 km p/u kwam ik beneden. Mijn weg vervolgde richting de Peyresourde. In Bagnéres du Luchon wederom een camping gevonden aan de voet van de volgende col: de Peyresoude.

Bagnéres du Luchon – Lac la Payolle
Ik was vanochtend al vroeg wakker door een zon die op de tent brandde. Dat betekent ook dat het beter weer wordt dan gisteren. Meteen naar de supermarkt en na een klein 2 km fietsen was het al zo ver. Col de Peyresourde. Een klassieker in de Tour de France, 1e categorie en 1543 meter hoog. Ik voelde me zo goed dat het klimmen te gemakkelijk ging. Het grote nadeel van de Peyresourde is dat het een weg is dat bijna recht vooruit gaat. Bijna geen enkele bocht gezien en na een kleine anderhalf uur was ik ook opnieuw boven. Ook de afdaling was recht toe en recht aan. Een jammere 64,4 km p/u ‘maar’ gehaald, want het had misschien wel harder gekund. In het dorpje nog wat gegeten en vervolgens stonden de bordjes met Col d’Aspin en Tourmalet er al op. Het eerste deel van de Aspin ging net zo soepel als de Peyresoude. Maar na 6 km ging het over op een gevecht, ruim 20 km geklommen en op de Aspin wiens top ligt op 1490 meter hoogte. Ook deze col is de 1e categorie en terecht, niet te onderschatten! In de afdaling ben ik voor de Tourmalet op een camping beland. Mijn uitzicht is op Pic du Midi! Ook ben ik ’s avonds nog naar het meer gelopen om te genieten van de mooie bergtoppen. Morgen de Tourmalet en misschien ook nog de befaamde Luz-Ardiden.

Lac la Payolle – Luz Seaveur
Vandaag stond de Tourmalet op het programma, maar eerst moest ik eten zoeken en dat viel nog niet mee. Bijna alles blijkt namelijk dicht te zijn op woensdag in Frankrijk. Na 7 km afdalen aan de voet van de col heb ik een restaurantje gevonden waar ik kon ontbijten en werd mijn lot beslecht. Eerst een klein praatje gemaakt met wat Engelsen die tegelijk met mij de berg op gingen. ‘A hidden engine’ dachten ze want een jongen met zo veel bagage, dat kon toch nooit zo de befaamde Tourmalet op? Het eerste stuk had ik de wielrenners nog in zicht, maar daarna vlogen de stijgingspercentages om de oren. Maar hoe steil de klim ook was, ik ging heel soepel in een goed ritme omhoog. Het ging zelfs zo soepel dat ik op 6 km voor de top nog dikwijls kon poseren voor de foto’s van andere fietsers die het even zo indrukwekkend vonden als de Engelsen beneden. Pas na 11 km klimmen werd het echt zwaarder en als bonus kreeg ik de wind vol in het gezicht de laatste 500 meter. Daarna de afdaling in, maar met die wind werd het bemoeilijkt en slechts 63,4 km p/u als maximum snelheid. In het dorpje Luz Seaveur heb ik een Nederlandse man ontmoet bij de lunch, maar ik kon niet lang blijven want de Luz-Ardiden moest ik nog op. Een stukje niet steil maar daarna….De percentages van gemiddeld 8% a 9% met een harde wind in het begin. Dit was een klim die mij voor het eerst ooit brak. Toen een renner voorbij reed, kreeg ik toch weer de geest na 6 km. Pijn deed deze klim zeer zeker, maar ik kwam boven. En hoe steil deze klim was? In de afdaling zonder moeite 69,5 km p/u gehaald!

Luz Seaveur – Arrens
Bij het opstaan vandaag voelde ik me niet meer topfit zoals eerdere dagen. En dat met nog de zwaarste Pyreneeën col vandaag op het programma. In de 18 km afdaling kwamen de zenuwen, nooit zo bang geweest voor een klim als deze. Bij de voet aangekomen had ik weer 2 Australiërs ontmoet die mij ook op de Tourmalet hadden gefotografeerd. Samen begonnen we aan de klim, maar ik was ze al snel kwijt, want de klim ging er meteen vol op. De Pyreneeën staan bekend om zijn onregelmatigheid en deze jongen is toch wel het toppunt. Ik ging al behoorlijk kapot, een aantal wielrenners passeerden mij in hun afdaling en staken hun duim op. Ik weet niet hoe en hoe dood ik was, maar ik kwam boven op de zwaarste Pyreneeëncol: Hautacam. In de afdaling heb ik ook even mijn snelheidsrecord aangescherpt naar 73 km p/u! De rest van de afdaling heb ik rustig aan gedaan en in het dorp beneden heb ik direct kunnen lunchen. Toen heb ik mijn weg vervolgd richting Arrens. De weg bleek al een deel van col du Soulor te zijn, de voorloper van de Aubisque. Want zodra het steiler ging, kwam ik helemaal niet meer vooruit. Mentaal was ik dood en de benen konden niets meer anders dan lichtjes ronddraaien. In en om Arrens een camping gezocht, maar alle campings verder waren gesloten. 1 zelfs zo gesloten, dat er al lange tijd niets meer was gebeurd. De volhouder wint, ook omdat ik echt niet verder meer kon. Morgen is het slot van deze mooie week over de Aubisque.

Arrens – Pau
Vandaag was het de kers op de taart. Na 6 beroemde, grote en zware beklimmingen was de Aubisque nog de enige die op het ontbrekende lijstje stond. Ik had gisteren al een deel gehad van Col du Soulor dus de klim ging direct verder waar ik was gebleven. Voortdurend 7% a 8% met zeer veel onregelmatigheid. Eenmaal boven op de Soulor was het echt een fantastisch uitzicht. Even iets gegeven en daarna op naar de Aubisque zelf. Alles wat men zei is waar: Het is een van de mooiste beklimmingen. Ik was even gestopt voor het uitzicht en pardoes stond ik op de plek waar Wim van Est in 1953 70 meter omlaag het ravijn in was gevallen. Na nog een pittige 3 laatste km naar de top, maar de pijn en verzuring was nog te verdragen. Na een uur en 45 minuten afzien kan ik de eveneens zo’n mooie afdaling rijden. Een paar keer achter een te langzame auto gezeten, maar elke meter heb ik genoten. In het dorp was de weg naar Pau zoals verwacht, veel omlaag. De laatste 40 km heel relaxed en ontspannen kunnen uit fietsen door de prachtige natuur en aangename temperatuur. In Pau eindigt de reis na 415 km, 7 beroemde cols en 1200 prachtige momenten. 2 uur na aankomst vertrok de trein naar Parijs, op weg naar huis.

Foto’s