Isla de la Plata!

18 september 2017 - Quevedo, Ecuador

Puerto Azul – San Vicente
Wildkamperen is soms toch best wel leuk. Zelfs als je vooraf had gedacht om een hostel/hotelletje te zoeken, maar dan toch uitkomen op een plek waar je je tent weer kan opzetten. En zo kom je dan ook groene kanaries tegen, die kleine snelle vogeltjes genaamd kolibries en ook havikachtig gevogelte. Het grote nadeel van wildkamperen, buiten het feit dat je vrijwel altijd onregelmatig ligt en soms hier en daar een steen in de weg ligt, is dat je nog wel eens op plekken slaapt waar mens of dier de plek eerder heeft gevonden getuigende van de uitwerpselen of de benodigdheden om het allemaal weer proper te maken. Maar je wordt flexibeler in het kiezen van je slaapplek en als je zelf maar niet in de uitwerpselen slaapt, is het prima. Eenmaal op weg was het precies zoals ik me het had voorgesteld, een groot vrijwel leeg gebied tussen de bergen en de zee in. Af en toe wel dorpjes maar voornamelijk grote gebieden waar niets was behalve wild groeiende planten. Een echte typische overgangsdag waarin weinig te vertellen valt. Op het feit na dat ik weer in gedachten verzeild raakte. Waar het gisteren voornamelijk gericht was op de toekomst, zowel op zeer korte termijn in de zin van 'hoe kom ik zo goed mogelijk Guayaquil door?' als op de lange termijn. Vandaag was het voornamelijk gericht op reflectie en evaluatie van Bolivia en Peru. Hoewel het landschap behoorlijk heuvelachtig was, gaan de benen zo goed als vanzelf wel vooruit, dus ik kon ook gewoon lekker ontspannen denken. Af en toe wel even aanzetten heuveltje op, maar dat was het dan ook. En dan kom ik morgen eindelijk eindelijk op de plek waar ik in Cusco al van had gehoord, Puerto Lopez. Kortom, de deur naar Isla de la Plata!

San Vicente – Puerto Lopez
De dag van gisteren was nog wel licht voelbaar in de benen. Dat is ook eigenlijk niet heel gek als je bedenkt dat je de afgelopen 3 dagen 320 kilometer hebt gereden zo'n beetje. Maar zoals ik al gisteren schreef, de benen gaan vanzelf. Het was vandaag de rit naar de kust en wat een mooie kuststrook is dit zeg. Het is zoveel leuker rijden dan in Peru! In tegenstelling tot Peru is het hier heel groen en heuvelachtig terwijl in Peru het voornamelijk kaal duingebied was. De overeenkomst wel tussen de kuststroken was dat het ook hier bewolkt is. Sterker nog af en toe een beetje miezerregen wat zorgde dat het koeler aanvoelde dan de temperatuur werkelijk is. Ook hier ging de weg soms even direct van de rustig ogende oceaan af en dan werd het direct bikkelen in het groene jungleachtige gebied. Echt een beeld wat ik zou verwachten van Ecuador. Zelfs na de afgelopen dagen kon ik vandaag opnieuw bijna 100 kilometer rijden naar Puerto Lopez. Een kustplaatsje zoals Paracas is. Een plaatsje direct aan de oceaan waarbij de toeristische attractie (Isla de la Plata) om de hoek ligt. Ik weet wel dat ik me hier komende dagen goed kan gaan vermaken om goed bij te komen van de fietsdagen.

Puerto Lopez
Ik heb eigenlijk de afgelopen dagen de behoorlijke toerist uitgehangen, iets waar ik normaal niet zo van hou. Hier in Ecuador praat men over het algemeen direct wat Engels tegen me en dat vind ik echt zo jammer. Ik kan me prima redden tegenwoordig in het Spaans en als men beetje langzamer praat dan normaal, dan kan ik een heel groot deel verstaan. Maar hier zien ze een blonde lange jongen en dus staat er groot op mijn voorhoofd toerist gedrukt. De afgelopen 3 dagen heb ik voornamelijk gebruikt om beetje bij te komen van de fietsdagen, Isla de la Plata uiteraard zien en beetje rondkijken in de directe omgeving. Zoals ik graag en vaker ook doe op stranden is een strandwandeling maken, een behoorlijk lang strand heeft Puerto Lopez en ondertussen bleek ik behoorlijk aantrekkelijk te zijn voor een roedel honden. 3 Honden besloten tijdens het wandelen gewoon met me mee te gaan. En schatjes waren het wel hoor, 1 wildebras, 1 beetje beschamende en zeer netjes consequent achter me blijven lopen en de 3e die probeerde beetje met de wildebras mee te gaan. Ik heb me al met al toch wel vermaakt in deze wandeling samen met mijn 3 nieuwe vrienden. 

Maar toen was het lang verwachte en gehoopte moment aangebroken. Ik ging naar Isla de la Plata! Een eiland wat wordt beschreven als de poor mans Galapagos, de low-budgetreiziger. Bij het reisbureau zei ze dat het weer anders is dan op het vaste land. Uiteraard hadden wij dan weer de uitzondering te pakken en was het net als op het vaste land heel erg bewolkt. De dagtocht voor $ 35 wat echt heel goedkoop is als je het tegen de kosten afzet van de Galapagos, bevatte een wandeltocht van 2 uur op het eiland, walvisspotten en snorkelen. Dat walvisspotten zouden we eigenlijk 's middags doen op de terugweg, aangezien dan de walvissen actiever zijn. Met ons grote geluk zagen we ook op de heenweg al wat walvisruggen boven het water uitkomen voor lucht. Dat betekende ook meteen voor mij dat ik zeeziek werd, omdat de zee tikketje onrustig was. Kortom, ik had liever op dat moment niet die walvissen gezien. Maar op het eiland aangekomen was de wandeling wel echt super mooi. Naast de mooie plaatjes van de kust kwamen we ook lang de blauwvoetgenten en de fragata village. Een paar vogels die je hier kunt aanschouwen die je niet alledaags ziet. Ook schoten er regelmatig hagedissen voor je voeten weg en ook hier waren er ratten zo groot als kleine katten. Het toetje waar ik natuurlijk al heel lang op zat te wachten was het snorkelen. Ik hoopte te snorkelen met de zeeschildpadden, maar die waren er niet op de plek zelf. Wel waren ze aanwezig toen we vertrokken naar de snorkellokatie. Echt zo gaaf is het snorkelen wanneer je het koraal ziet en diverse vissen die je alleen maar uit aquaria kent.

Dat snorkelen vond ik zo leuk dat ik besloten had om de laatste dag naar Playa los Frailes te gaan. Een strand wat een van de mooiste stranden is van heel Ecuador, dat wordt in ieder geval beweerd op internet. Het is daarbij ook nog eens een heel rustig strand ondanks dat de entree gratis is. Een kleine bus- en wandeltocht en daar lag het. Een heel groot breed strand waar je heel makkelijk je plek kon zoeken. Ik dacht een plek te hebben gezien voor te snorkelen zelf, alleen is de zee zo wild dat ik dat niet aandurfde. Bovendien was het ook maar een gok en hoefde het niet eens een goede plek te zijn. Na een paar uur op het strand te hebben vertoefd en ook opnieuw naar nabij gelegen strandjes te gaan, besloot ik weer terug te gaan naar Puerto Lopez. Er scheen een plek namelijk in het dorp zelf te zijn waar je ook goed kon snorkelen. Maar waar dat precies was? Geen idee en dus ook hier heb ik nauwelijks iets gezien. Waar we gisteren op de pier de eerste schildpad zagen, was vandaag al het zeeleven weg gezwommen. Het werd 's avonds pas voor het eerst in dagen dat ik mijn fietsreis weer ging voorbereiden.

Puerto Lopez – Sancán
Die voorbereiding heeft namelijk alles te maken met hoe en wanneer aan te willen komen in Quito. Quito is eigenlijk heel dichtbij met nog een afstand van zo'n 600 kilometer, er is alleen 1 probleem: Quito is de hoogst gelegen hoofdstad ter wereld. Dat betekent dat je ook weer op een moment ergens de Andes in moet. En dat wordt gestart halverwege met een pas van 4000 meter hoogte. Kortom, meer dan ooit is het rekenen. Het vlakke gedeelte waar ik deze week in rij begint met een kustlijn. Dat de weg langs de kust alles behalve een eitje is, dat weten we. Voortdurend loopt de weg om de heuvels heen om vervolgens weer naar een kustplaatsje te gaan. De hele tijd ben je bezig met omhoog rijden en vervolgens weer af te dalen. En daarop volgend moet ik ook weer het ook inmiddels bekende tussengebied in. Ik had alleen niet gerekend op een klim van zo'n 9 kilometer. Bovendien werd de bewolking omgevormd tot mist. Zo mistig opnieuw dat ik niet eens de volgende bocht kon zien. Zelfs wanneer er verkeer mij passeerde, kon ik niet zien waar de bocht was. Ze waren namelijk alweer verdwenen in de dikke mist. Maar eenmaal uit deze heuvelrug was het beeld totaal anders. Een lekker zonnetje, nauwelijks wind en veel vlakker dan ik de voorgaande 50 kilometer had gereden. Bovendien heb ik uitgerekend om gemiddeld 60 kilometer per dag te rijden, maar aangezien in de Andes en het vele verwachte klimmen, is het noodzaak om op het vlakke tussengebied wat meer te rijden. Een soort voorschot op de komende dagen. Maar eerst mag ik nog 3 dagen genieten van het vlakke..

Sancán – San Plachido
Vlak is het allerminst in dit tussengebied. Het gebied tussen de kust en de Andes in en dat betekent dan ook dat het heuvelachtig is. Het lijkt altijd alsof ik een trage start heb waarbij de heuvels wat langzaam gaan en na een tijdje ik wat meer power er op zet. Lijkt, want volgens mij is dit niet helemaal waar. Het is gewoon afhankelijk van de zwaarte van het heuveltje. En geen dag is compleet in Ecuador zonder de 60 kilometer per uur te halen in de afdaling. Maar het is zo warm en benauwd door de laag hangende bewolking dat een heuveltje extra hard aan komt. De benen zijn zo constant zoals je zou verwachten na die duizenden kilometers die ik inmiddels heb gereden. En of ik verschil merk in 70 kilometer, 120 of 40? Nee, dat uurtje meer of minder op de fiets merk ik echt niet. Het is ook bijna standaard dat ik verkeerd rij in een stad. Dit keer was het Portoviejo waar ik verkeerd reed vanwege de boodschappen. Dan kom je wel een beetje op de tussenwegen waar men bijna nooit een toerist zien, laat staan op de fiets. Veel mensen vandaag die even riepen en zwaaiden en foto's maakten. En wat opvalt vaak aan deze dorpen? Concurrentie wordt verkeerd begrepen. In een dorpje van zo'n 40 huizen, stonden er welgeteld 25-30 kraampjes die allemaal dezelfde honing verkochten. En dat is dan ook nog allemaal dezelfde prijs. Goed, ik heb nog 2 relax dagen voor de boeg voordat ik mijn laatste rustplaats heb voordat ik de Andes intrek op weg naar Quito.

San Plachido – Pinchincha
Het leek wel alsof ik al zo erg met mijn gedachten bij de aankomende reizenberg zit dat ik vandaag bijna vergat dat er ook gefietst moest worden. De warmte slaat wel kei hard toe hier in het lage gebied. 's Nachts heb ik al niet heel goed kunnen slapen daardoor en tijdens het fietsen is een helm dragen gewoon simpelweg te warm. Want een helm is goed, maar als het zo warm is koel je niet af en zeker niet met iets op je kop. Ik dacht vandaag een relatief makkelijke dag te hebben vergelijkbaar met gisteren. Het was natuurlijk weer anders dan gedacht want ik mocht weer een aantal kilometers bergop. Als de grote berg zo gaat zoals vandaag dan weet ik niet of ik levend boven kom. Het ging echt verschrikkelijk, vooral mentaal. Als je met een gedachte erin gaat van: relax fietsdagje en ik kom er toch wel, dan ga ik het straks zeker niet redden. Er moet een knop om straks met de winnaarsmentaliteit en vechten om boven te komen. Eenmaal op de 'top' was het de gehele dag hobbel af, hobbeltje op. Gelukkig niet meer zo lastig als het begin, dus kon ik ook wat makkelijker fietsen. Ik heb wel goed gerekend, maar ook beetje fout want met deze afstanden zoals nu heb ik morgen wel een hele korte dag naar Quevedo. De laatste plaats voordat ik in 1 ruk door ga naar Quito.

Pinchincha – Quevedo
Mijn hoofd was er vandaag weer helemaal bij en ook de benen waren acceptabel. Zoals vaker wil men soms met me op de foto, dit keer waren het de eigenaren van een terrein waar ik mijn tent op mocht zetten. En zoals altijd schrikken ze van mijn lengte, want het scheelt soms 30 centimeter met hen. Het werd een 'korte' rit naar Quevedo, de laatste plaats om te rusten voor ik naar Quito trek. Het was eigenlijk zoals verwacht een glooiende dag. Ik was ontspannen met de juiste spanning en dus ging het ook nog best snel ook. Ook onderweg waren er veel mensen weer die aan het zwaaien, toeteren en aan het roepen waren. In tegenstelling tot in Peru waar ik standaard 'Gringo' naar mijn hoofd geschreeuwd kreeg, is het hier 'Amigo of Hola' en dat is een stuk vriendelijker overkomend. Eenmaal in Quevedo de stad is het een stuk groter dan op de kaart leek, maar het ziet er wel leuk uit. En zelfs op zondag zijn behoorlijk wat winkels open en dat is best bijzonder te noemen. Wat wel vandaag op viel is als mensen tegen me praten in het Spaans en ik versta ze niet, dan gaan ze harder praten in plaats van langzamer. Iets wat niet echt nut heeft want verstaan wat ze zeggen doe ik dan nog steeds niet. Maar goed, het is nu tijd om nog even lekker uit te rusten en niks doen.